Argentinian Love Stories: Iguazu

7 oktober 2013

Lieve leuke jongens en partypiepels,

Onlangs heb ik de watervallen van Iguazu bezocht met 110 schuimbekkende studenten. Iguazu, gelegen in het uiterste Noordwesten van Argentinië ( het drielandenpunt met Paraguay en Brazilië), kent een tropisch klimaat. Ja, dit land is zo groot dat het van (bijna) de Zuidpool tot aan het regenwoud rijkt. Om maar even Wikipedia aan te halen; het achtste land ter wereld qua oppervlakte. Als je de rest van de top 10 kan opnoemen (zonder Wikipedia) win je een Skypegesprek van minimaal 5 minuten.

De reis begon op een gemoedelijke donderdagavond omstreeks 7 uur. Ik verwachtte met enkel bekende koppies in de bus te zitten, maar de internationale sectie van de UCA bleek toch groter dan gedacht. Onder deze onbekenden bevond zich een groep welwillende Amerikaanse jongelui (en een verdwaalde jongen uit Trinidad) die aardig wat te drinken bij zich hadden. Voordat de metropool van Buenos Aires was verlaten hadden wij dan ook een ouderwets potje kingsen gestart. Van het een komt het ander en voor ik het wist stond ik in een tankstation bier uit plastic fles (monsieur vond dat handiger voor mij in verband met statiegeld) te kopen, onderwijl er buiten mensen in steunpilaren werden gehezen en een stel Fransen in roeizit men liet stagediven in minivorm.

Nu zijn de Argentijnse buschauffeurs de lulligste niet: de muziekjes mochten gepompt worden, sigaretten konden aan zijn zijde gerookt worden en dat de bus natuurlijk een tamelijk gore vloerbedekking kreeg maakte niet uit. Na de tankstationstop werden feestmaskers, bloemenmaskers en slokjes uitgedeeld en werd de drinkbus dan toch ook nog een beetje een feestbus. Uiteindelijk eindigde ik toevalligerwijs het feestje naast mijn goede vriendin Marine naast wie ik de reis begon, maar dan zeven rijen verder op.

De volgende dag had ik een nogal droge mond, maar wel aardig gesnurkt. De bussen waar men mee reist zijn namelijk zogeheten semi cama's; halve bedden. Hierbij moet je dan dus een leunstoel voorstellen die je een flink stuk achterover kan klappen, waardoor zelfs deze grote jongen nog behoorlijk riant zit (wellicht vergelijkbaar met stoelen in de business class, hoewel die ene keer dat ik daarmee vloog 15 jaar geleden is en ik net mijn naam kon schrijven).

Goed, misschien een droog bekkie, maar wel bij de jezuïeten-ruïnes (dat ik nog eens een woord mag schrijven waarin twee keer de ï voorkomt). Indrukwekkend en apart stukje historie: christenfanatici, het zij op een lieve wijze, die in de 17e en 18e eeuw een systeem van dorpen (sommige kleine steden met 4000 inwoners) hadden opgericht en deze zij aan zij runden met de oorspronkelijke Guaraní bevolking. Geïsoleerd van de buitenwereld met mooie (ontwikkelde) architectuur en cultuur, totdat de Spaanse koning de jongens van de Soos van Jezus uit zijn grondgebied knikkerde en een flink aantal oorlogen en rovers de boel niet bepaald een facelift gaven.

Een leuke bonus, aangezien ik het programma van de reis niet echt had doorgenomen en niet zo goed wist wat we nou aan het doen waren of zouden gaan doen. Wat uren later kwamen we dan wel echt aan in het hostel, wat een flinke lobby (met pool en tafeltennis), zwembad en bar met dansvloer in de buitenlucht had. Wat wilt een man nog meer? Juist, een bed. Ik kwam gelegen met een, zoals gewoonlijk, bont gezelschap. Zo was er een Mexicaanse amigo die het klaarspeelde om een stuk of vijf keer letterlijk de gehele kamer (8 bij 3, indrukwekkend) volruftte, waarna hij zelf, giechelend en hoestend van eigen geur, naar buiten rende om niet over zijn nek te gaan. Nadat een flink pissige Italiaan de kamer voor de zoveelste keer vloekend zijn deobus leegspoot, was het dan toch de hoogste tijd voor een duikje in het zwembad.

Na wat gezwem en als zeeleeuw met de Amerikaanse bro's op een eilandje in het zwembad (door mij omgedoopt tot 'Island of Man Love') te hebben gelegen, was het tijd voor de eerste biri's en potjes pingpong. Zo meen ik vrij aardig mijn eer als 'Il Tornado de Napoli' (jaja, berucht uit Baia Domizia) verdedigd te hebben, maar ook mijzelf als 'El mas Rapido de Retiro (mijn wijk in BA)' op de kaart gezet te hebben. Een spelletje tafeltennis hoort nu eenmaal gepaard te gaan met grootspraak en groteske gestes, maar ook met gentlemans-gedrag en glorie. Overigens waren het uiteraard de Fransen die oververtegenwoordigd waren rondom de pinpongtafel en winnen vaak belangrijker vonden dan de hiervoor genoemde 5 g's. Vette pech. Nu werd er 's avonds wel gedronken en gedanst, maar was dit een beetje lafjes. Die knapen kunnen nog heel wat leren van Kleio's Grote Reizen wat betreft feesten en vroeg opstaan.

De volgende dag was het dan toch echt tijd om na al dat gekutteklooi de watervallen te bezichtigen in het Argentijnse nationale park van Iguazu. Een rit per open truck door het woud, een toekan (van tegenvallende grootte) en kleurrijke vlinders leidden ons naar het water. Hier wachtte een bootje op ons, waarbij waterdichte tassen werden uitgedeeld. Normaal zijn de Argentijnen niet echt van dit soort voorzorgsmaatregelen, maar daar dacht ik verder niet zo bij na. Vervolgens voeren wij stroomopwaarts richting de watervallen, waarbij wij ze erg dicht benaderden. Het rondspetterende water creëerde een dikke mist, wat het zicht bemoeilijkte, alsmede het ons aardig nat maakte. Vandaar dat geadviseerd werd om droge kleren mee te nemen. Dit bleek echter allemaal kinderspel. 

Na wat kiekjes te hebben geschoten vanaf de waterzijde voer onze kapitein de boot regelrecht in de Garganta del Diablo (Duivelskeel), de meest woeste waterval van het park. Nu had ik dit eerst niet zo in de gaten vanwege de dikke nevel, maar het geraas van de waterval werd luider, het gespetter van het water meer en meer tot ik met geen mogelijkheid meer mijn ogen open kon houden, niets meer hoorde en mijn geschreeuw stomde in de beukende watermassa. Gedoopt worden in de Iguazu-watervallen kan dus van het lijstje worden afgestreept.

Als je er over nadenkt zijn die Argentijnen knettergek dat dit kan, maar misschien is dat dan wel weer de charme Argentinië. Na de watervallen dus bezichtigd en betreden te hebben vanaf de rivier volgde een wandelroute met veel fotomomentjes, groen, fotomomentjes, water en fotomomentjes. Ook heb ik kennisgemaakt met de minder wilde coatí's die wat rondhingen om de eettentjes en volgens de gids ketchup- en frietjesverslaafd zijn. Ja ik zag die arme diertjes wanhopig een zakje ketchup proberen leeg te likken. Overigens zijn ze voor de duvel niet bang, een komen ze (mits je het toelaat) het liefst bij je op schoot zitten om vervolgens je boterhammetje met milanesa te beroven. Nu hebben deze knapen (ongeveer van wasbeerformaat) wel venijnige tanden en klauwen, maar hé, ik hep der toch maar effe eentje aangetikt. Die kan ook van de lijst af, net als het oplopen van hondsdolheid, schurft en geelzucht.

Wat ik eigenlijk het leukst vond in  Iguazu was de daarop volgende nacht. Er hing een prima sfeer in het hostel, drankspelletjes gespeeld met een horde Fransen. Gelukkig werd bij regel bepaald dat er geen Frans gesproken mocht worden, waarna bleek dat het toch een best vriendelijk volk is. De avond kabbelde voort, maar goede muziekjes bleven uit en een tropische regenbui stak de kop op. Rond een uurtje of 3 besloot ik het heft in eigen handen te nemen. Met de Argentijnse muziek die ik tot dan toe verzameld had (uiteraard enkel in de trend van reggaeton, cumbia etc.) heb ik toen de rest van de avond gevuld.

Al gauw raakte ik toen ook aan de dans met de receptioniste, die dit soort muziek wel wist te waarderen. Zij hield echter niet zo van mijn persoonlijke held Carlos 'La Mona' Jimenez (Karel 'De Aap' Jansen), maar meer van 'El Potro' Rodrigo ('De Hengst' Roderik).  We dansten echter niet op de dansvloer, maar midden in de tropische regen, wat niet erg koud bleek als je dit dansen dicht tegen elkaar aan deed. Helaas moest ik haar om de twee, drie minuten verlaten om een nieuw plaatje te draaien, maar ik vond het erg romantisch. En tegelijkertijd had ik ook het gevoel; ja, hiervoor doe je het nou jongen. In een tropische regenbui salsa dansen met een Argentijnse, op de eigen onlangs opgedane latinplaatjes. Uniek. Uiteindelijk heb ik een klein kusje ontvangen, een peukie gebietst en, alweer doorweekt, het bed opgezocht. 

Nu heb ik volgens mij verder niet zo erg veel te vertellen over mijn Iguazu avonturen. Ga er vooral heen, woorden schieten tekort om uit te leggen hoe het daar nu is. 

Veel kusjes,

Max

PS: Ik ben ook nog in Brazilië geweest.

3 Reacties

  1. Stinkie:
    7 oktober 2013
    Super geschreven weer Max. En wel een beetje herkenbaar :-)
  2. Frans:
    7 oktober 2013
    Geinig dat we in hetzelfde hostal zaten. Nu natuurlijk nieuwsgierig naar de receptioniste. Fijn je weer te lezen!
  3. Tessert:
    19 oktober 2013
    Heerlijk verhaal broertje! Neem je een coati voor je zus mee? Wij spraken een Braziliaanse die een coati als huisdier heeft gehad, het beestje vond het leuk haar sigaretten te jatten.